Wil je als kunstenaar af en toe opdrachten doen en daar een beperkte vergoeding voor krijgen? Dan is de amateurkunstenvergoeding misschien wel iets voor jou. Vanaf 2024 houdt de Kleine vergoedingsregeling (KVR) op met bestaan. Je kan vanaf nu voor kleine opdrachten vergoed worden met de Amateurkunstenvergoeding (AKV).
De Amateurkunstenvergoeding vervangt de KVR. Vanaf 1 januari 2024 kan je geen gebruik meer maken van de KVR en zal je ook geen kunstenaarskaart meer nodig hebben.
De AKV is een kostenvergoeding. Dat wil zeggen dat je op deze inkomsten geen belastingen of sociale bijdragen hoeft te betalen, maar je bouwt er ook geen rechten mee op. Er zijn een aantal beperkingen waardoor de AKV enkel handig is voor een beperkt aantal opdrachten tegen een lage vergoeding.
Ondanks de term amateur in amateurkunstenvergoeding, kunnen alle kunstenaars met deze vergoeding werken. Er is dus geen strikt onderscheid tussen professionele en niet-professionele kunstenaars. Deze vergoeding is wel beperkt en daardoor zal het voor veel kunstenaars aangeraden zijn om te kijken naar andere vergoedingsmanieren zoals Artikel 1bis, werken via een SBK of als zelfstandige.
Er is geen minimumleeftijd om te werken met de AKV. Voor kinderen jonger dan 15 jaar, of voor minderjarigen die nog onderworpen zijn aan de voltijdse leerplicht, moet de organisator van de activiteit wel een afwijking op het verbod op kinderarbeid gekregen hebben van de FOD WASO.
Om gebruik te maken van de AKV zal je je als kunstenaar of opdrachtgever moeten registreren op de online dienst Working In The Arts. Een groot verschil met de KVR is dat de opdrachtgever de opdracht zal moeten aangeven voorafgaand aan de prestatie. Die verantwoordelijkheid ligt met andere woorden niet langer bij de kunstenaar. Als je opdrachtgever geen aangifte gedaan heeft, dien je contact op te nemen met de RSZ.
Ook als opdrachtgever moet je aangemeld zijn bij Working In The Arts. Dat kan als natuurlijk persoon, feitelijke vereniging, vzw of vennootschap. Als je meer dan 500 euro Amateurkunstenvergoedingen uitkeert op een kalenderjaar (alle kunstenaars samen), betaal je 5% sociale bijdrage op het totaal van de vergoedingen die je dat jaar uitbetaald hebt. Betaal je meer dan 100 dagvergoedingen uit per kalenderjaar, dan ben je verplicht dat te melden aan de Kunstwerkcommissie.
Combinatie met inkomsten als werknemer: Je mag als werknemer ook met de AKV werken, maar niet voor prestaties die je levert voor je werkgever, tenzij je kan aantonen dat de prestaties van een andere aard zijn.
Combinatie met inkomsten als zelfstandige: Je mag als zelfstandige met de AKV werken, maar niet tegelijkertijd voor dezelfde opdrachtgever, tenzij je kan aantonen dat je activiteiten als zelfstandige van een andere aard zijn.
Combinatie met een werkloosheidsuitkering: Als je een werkloosheidsuitkering krijgt, mag je ook met de AKV werken, maar je moet dit aanduiden als gewerkte dag op je stempelkaart. Voor die dag krijg je geen uitkering. Let goed op, je bouwt met de AKV geen sociale rechten op.
Combinatie met een vrijwilligersvergoeding: Dit vormt geen probleem.
Combinatie met pensioen: Als je met pensioen bent, kan het zijn dat je een verklaring voor de pensioendienst nodig hebt als je met de AKV werkt.
Combinatie met inkomsten uit auteursrechten: Als je voor een opdracht een deel uitbetaald wordt in auteursrechten kan je daarnaast nog steeds werken met de KVR. Deze zijn met andere woorden combineerbaar.