Voor bepaalde niet-artistieke opdrachten kan je werken via het verenigingswerk, ook ‘Artikel 17’ genoemd. Je kan hiermee alleen aan de slag bij vzw’s en openbare instellingen.
Verenigingswerk is een arbeidsstelsel waaronder vzw’s in de socioculturele en sportsector en openbare instellingen werknemers kunnen aanwerven voor tijdelijke activiteiten. Het gaat over tijdelijke opdrachten voor een organisatie. Dit vervangt de vroegere ’25 dagen regeling’ of occasionele overeenkomsten.
De regeling kan onder andere gebruikt worden voor tijdelijke opdrachten in een organisatie. Het geldt enkel voor organisaties in de amateurkunstensector of organisaties die aangesloten zijn bij een erkende koepelorganisatie. De focus ligt op niet-artistieke prestaties, zoals artistieke of (kunst)technische begeleiders, lesgevers, coaches en procesbegeleiders. Je kan ook aan de slag bij een organisatie naar aanloop van een evenement om te helpen bij productionele zaken (zoals de opbouw, ticketverkoop...).
Je kan deze regeling niet gebruiken voor verkoop van een werk. Puur artistieke opdrachten komen niet in aanmerking. Je kan het ook niet gebruiken wanneer de artistieke prestaties al gedekt wordt of in aanmerking komt voor de AKV.
Voorbeeld: Je kan geen gebruik maken van deze regeling om een mural in een lokaal van een organisatie aan te brengen. Je kan het wel gebruiken als je leden van de organisatie begeleidt in het maken van een mural voor hun lokaal, omdat het hier gaat over die begeleiding en het lesgeven.
Deze regeling is een vrij complexe procedure. Vooraleer je met deze regeling van start kan gaan, moet er een arbeidsovereenkomst afgesloten worden. De werkgever is verplicht om een arbeidsongevallenverzekering af te sluiten. De prestaties moeten door de werkgever aangegeven worden aan de sociale zekerheid via de dimona-aangifte. Wil je meer weten hoe je als organisatie hier gebruik van kan maken. Lees dan zeker deze info op verenigingswerk.be.
De prestaties zijn vrijgesteld van bijdragen voor sociale zekerheid. De werknemer bouwt hiermee met andere woorden dus geen sociale rechten (bv. Pensioen, ziekte...) op. De werknemer betaalt wel een (beperkte) belasting van 10% op het moment van de fiscale afrekening.
Alle vergoedingen en kostenvergoedingen worden aan dit tarief belast tot een plafond van €7.170 per jaar (aanslagjaar 2024, aanslagjaar 2023: €6.540, aanslagjaar 2022: €6.390).
Verenigingswerkers mogen: