Kunstenaars spelen, ze vertoeven graag tegelijkertijd in de gewone wereld en een zelfgemaakte speelwereld. In dit nummer van Kunstletters zetten we kunstenaars in de kijker voor wie spelen een onmisbaar element vormt in hun creaties en hun manier van werken.
Stephanie Lamoline zoekt in haar werk de grens op tussen sculptuur en foto, zoals bij haar beeld voor de cover. Voor Stijn ter Braak zit het spelplezier bij het maken in de spanning die zijn sculpturen oproepen: die tussen kunst en realiteit. Geen woorden, maar tekeningen: Silke Reyntjens antwoord over haar speelse aanpak met twee van haar kenmerkende werken. Sarah De Schepper speelt met vorm, kleur en materiaal in uitgepuurde installaties die ze ruimtelijke collages noemt. Een doorsneedag in het bestaan van een kunstenaar, hoe ziet die eruit? Jelle Van den Heede geeft een inkijk. Theatermaker en kunstenaar Benjamin Verdonck ging in ons online platform Beeld op zoek naar beelden die het speelse op een heel eigen manier tot uitdrukking brengen. Ook dat is een spel: net als een kind dat heel spontaan tekent, probeert Annabelle Cock zo weinig mogelijk resultaat na te streven tijdens het maken. Nele De Paepe vertrekt graag van wat haar pad kruist: haar vondsten vormen de zaadjes van haar praktijk. Robert Monchen vertelt over Pizza Gallery, waarmee hij focust op opkomend beeldend talent. 'Mijn werk begint vaak met een sterke, bijna verliefde aantrekking tot een object': Johanna Martens' werk vertrekt vanuit een sterke omgang met bepaalde materialen. Charlotte Segers bouwt met haar illustraties aan een warm, kleurrijk universum. Het slotwoord van dit nummer is voor Larissa Viaene, met een mooi zelfportret dat toont waarom ze graag met associaties te werkt.
Veel lees- en kijkplezier!