In dit zomernummer van Kunstletters kijken we naar de lucht. Hoe betrekken kunstenaars lucht in hun werk? Hoe laten ze de buitenomgeving hun creatief proces bepalen? Gaan ze met luchtige materialen aan de slag gaan?

Het werk op de cover is een mooi bas-reliƫf in kleurrijk keramiek waarvoor Elise Debrock inspiratie vond bij een schilderij van Gauguin. Biologe Katleen Van der Gucht maakte met een reeks schilderijen een bijzondere ode aan een oude zomereik. Amber Meulenijzer bedenkt geluidspelen voor het landschap, die ze afspeelt via de retroluidsprekers op haar Saab. Krijt, pigment en tarwebloem zijn de ingrediƫnten van een installatie waarmee Nel Maertens een artistieke vertaling maakte van bijzondere stadsflora. Marlies Nachtergaele vertelt over een favoriet werk dat ze ontdekte tijdens het wandelen. Het Kortrijkse collectief BAF! maakte een creatieve speeltuin voor iedereen met een goesting naar co-creatie en experiment. Twee vragen, twee tekeningen: deze keer Kayo Quintens. Pol Cosmo, een artiest met de stad als werkterrein geeft een inkijk in een dag in zijn artistiek bestaan. Winnie Claessens stuurt artistieke vliegers de lucht in voor en opmerkelijke expo in C-mine. Voor het Quasi Museum, in de gevangenis van Haren maakte Karina Beumer een video-installatie met een vliegtuig in de hoofdrol. Het laatste beeld van dit nummer is van de hand van Bram Ollieuz: een zelfportret als zeppelin.

ABONNEER HIER

Veel lees- en kijkplezier!