Gerrit: ‘Ik studeerde juweelontwerp, maar daar heb ik lange tijd niets meer mee gedaan. Een jaar of zeven geleden kreeg ik zin om de draad op te pikken en ging tekenkunst studeren aan de Academie van Deinze. Ik merkte dat elementen zoals reflectie, metaal, kleine details mij nog altijd aanspreken. Daar ligt een -soms onbewuste- link naar mijn eerdere studie.
De allereerste keer dat ik bladkoper in een werk toepaste, was toen ik naar een manier zocht om het opperste geluk, de sublieme schoonheid weer te geven. In de beeldende kunst staat goud vaak voor het summum, voor een teken van rijkdom. Door de lijm waarmee ik het bladkoper toen bevestigde, verkreeg ik een soort craquelé die me erg interessant leek om op verder te werken. In volgende werken probeerde ik de structuur meer te integreren. Het duurde een tijdje tot ik de juiste techniek vond, maar nu kan ik die bijna niet wegdenken uit mijn praktijk.
Het bladkoper is werk per werk uitgegroeid tot een soort startpunt. Voor ik begin te tekenen, stempel ik de dunne verfrommelde stukjes bladkoper met een prop papier en kijk vervolgens waar het blijft kleven op het blad. Daarna borstel ik het voorzichtig af en kijk wat er overblijft. In functie van de structuur van het bladkoper begin ik te tekenen.'
Gerrit: ‘Door de specifieke structuur staat het bladkoper in mijn werk symbool voor de vergankelijkheid van schoonheid, maar tegelijk ook voor de schoonheid van de vergankelijkheid. Ik zie er ook de structuren van een verweerde spiegel in. Hoewel het goudkleurige staat voor het mooie en het glanzende, oxideert bladkoper na verloop van tijd. Het kleurt groen, verliest zijn glans en net die vergankelijkheid sluit helemaal aan bij de inhoud van mijn werk. Daarom verkies ik het ook boven bladgoud om mee te werken, want dat materiaal behoudt zijn schoonheid. Ondertussen merkte ik al enkele verkleuringen op bij mijn eerste werk dat ik zo’n zeven jaar geleden maakte. Het is een bevestiging dat zelfs de mooiste schoonheid ooit vergaat. Ik ben benieuwd hoe dit doorheen de jaren zal evolueren.'
Gerrit: 'Omdat bladkoper ondertussen zo’n vertrouwd element geworden is, probeerde ik in mijn laatste werken het materiaal eens achterwege te laten. Maar ik merkte meteen dat dat het creatieproces een stuk moeilijker maakte. Ik experimenteerde in de tussentijd ook met motorolie, maar niets intrigeert me zo hard als bladkoper. Door die omwegen voel ik de drang om, hetzij niet in elk werk, bladkoper terug te introduceren. Het is me te leuk en voelt te eigen aan om er nu al mee te stoppen.
Mijn werk zweeft wat tussen het abstracte en het figuratieve in. Vaak zijn er architecturale of natuurlijke elementen in verwerkt. Zo zorgde een termietenheuvel die ik laatst op mijn reis fotografeerde voor heel wat inspiratie. Ik vind het belangrijk dat mensen mijn werk niet op enkele seconden gezien hebben, maar er hun tijd voor nemen en het werk hen aan het denken zet.’
°1959
Woont en werkt in Deinze.
Studeerde juweelontwerp aan Sint-Lucas, Antwerpen.