De kunst van Bénédicte Faure getuigt van een voortdurende zoektocht naar vrijheid, expressie en experiment. Vanuit haar thuisatelier in Edegem bouwt ze gestaag verder aan een veelzijdig oeuvre. Eenvoud vormt daarbij het basisprincipe. ‘Ik wil de kracht van een simpele lijn ontdekken.’
Welke mijlpalen hebben je artistieke ontdekkingstocht beïnvloed?
Bénédicte: ‘De Steinerschool legde de basis voor mijn liefde voor kunst. We werkten er veel met aquarel en krijt, wat me toen al leerde om vrij met vormen en kleuren om te gaan. Helaas verdween kunst lange tijd uit mijn leven toen ik trouwde. Na mijn scheiding vond ik pas echt de tijd om mijn creatieve kant opnieuw te ontdekken. De Academies in Hove en Mortsel hielpen me om weer in het ritme te komen, maar het was pas na de dood van mijn moeder dat ik besloot om mijn kunst serieus aan te pakken.
Je opleiding aan de Academie in Berchem heeft een belangrijke rol gespeeld in je artistieke ontwikkeling. Wat maakte die periode zo bijzonder?
In Berchem ontmoette ik Werner Hauters, een docent die een diepe indruk op me naliet. Hij gaf me de vrijheid om een eigen stijl te ontwikkelen en bracht me de kracht van compositie bij. Zijn respectvolle benadering zorgde ervoor dat ik me durfde te wagen aan abstract werk. Dit gaf me de ruimte om echt mijn eigen pad te vinden in de kunst.'
Wat inspireert je tijdens je creatieve proces?
Bénédicte: 'Mijn werk start meestal met een globaal idee over vorm en materiaal. Maar ik geef mezelf de vrijheid om dat los te laten, zodra ik begin. Het gaat om de lijnen en de luchtigheid die ze kunnen brengen, de creatie van spanning door tegenstrijdigheden, zoals meer of minder ruimte. De expressie van vrijheid en het streven naar minimalisme zijn voor mij essentieel. Ik wil met zo weinig mogelijk middelen tot een creatie komen. Soms begin ik met iets uit een vorig werk en laat ik mezelf verrassen door wat er ontstaat. Daarnaast ben ik ook gefascineerd door fotografie en video, en volg ik binnenkort een cursus om mijn videokunst verder te ontwikkelen. Ik volgde ook een vierjarige cursus kunstgeschiedenis in Antwerpen aan het Kunsthistorisch Instituut. Ook dat heeft een invloed op de artistieke keuzes die ik maak.
Je gebruik van materialen is bijzonder divers. Hoe heeft zich dat ontwikkeld?
Ik werkte veel met papieren collages, waarbij ik mislukte tekeningen hergebruikte om iets nieuws te creëren. Dat was niet alleen een oefening in compositie, maar ook een manier om de aandacht van de kijker te vangen. Maar mijn werk is geëvolueerd naar meer driedimensionale constructies. Ik experimenteer nu met materialen zoals cellofaan. Ik ben geïnteresseerd in de effecten van transparantie en de manier waarop het speelt met licht en schaduw.'
Ook balans is een kenmerkend element in je creaties. Hoe komt dat tot uiting ?
Bénédicte: 'Balans, of juist het gebrek daaraan, speelt inderdaad een grote rol. Vroeger gaf ik mijn foto’s vaak de titel ‘Equilibrium’ mee, omdat ik gefascineerd ben door het spel tussen evenwicht en onevenwicht. Dat verken ik nu in mijn werken met cellofaan en zijdepapier. De fragiliteit van deze materialen maakt het extra uitdagend om tot een harmonieuze compositie te komen.
Je staat bekend om je minimalistische aanpak. Hoe belangrijk is eenvoud voor jou?
In mijn werk wil ik vormen tot hun essentie terugbrengen, onnodige elementen vermijden. Ik gebruik nauwelijks kleur, omdat het afleidt. Ik werk liever met de textuur en het lichtspel dat mijn materialen bieden. Eenvoud is essentieel. Zoals Brancusi zei: 'La simplicité n’est pas un but dans l’art, mais on arrive à la simplicité malgré soi en s’approchant du sens réel des choses.'
Hoe zie je je werk in de toekomst evolueren?
Ik blijf zeker nieuwe dingen ontdekken en experimenteren. Mijn werk wordt steeds ruimtelijker en transparanter. Ik blijf benieuwd welke nieuwe mogelijkheden ik zal ontdekken. Zo ben ik nu geïntrigeerd door materialen als bakpapier, rijstpapier en cellofaan. Ik wil me ook verder verdiepen in videokunst, en misschien zelfs zonlicht integreren in mijn werk. De mogelijkheden zijn eindeloos. Dat maakt het zo spannend.'
Bij welke kunstenaars vind je inspiratie?
Bénédicte: 'De ‘Kapel van het Niets’ van Thierry De Cordier in het UPC te Duffel heeft een diepe indruk op me gemaakt. Daarnaast vind ik de eenvoudige, maar krachtige planttekeningen van Ellsworth Kelly heel sterk en het werk van Eduardo Chillida waarin hij materie en ruimte in dialoog brengt. Hun werk herinnert me eraan dat kunst een zoektocht is naar het vastleggen van het onzichtbare.
Wat drijft je om voortdurend nieuwe grenzen op te zoeken in je kunst?
Vrijheid is voor mij het allerbelangrijkste. Kunst laat je nieuwe terreinen verkennen, experimenteren met materialen en streven naar het ongrijpbare. Ik wil de kracht van een simpele lijn ontdekken, ruimte en licht creëren in mijn werk. Het is een voortdurende zoektocht naar iets wat altijd net buiten bereik lijkt te liggen. Dat drijft me om door te gaan.’
°1956
Heeft een atelier in Edegem.
Maakt beeldend werk waarin eenvoud een hoofdrol opeist. Met behulp van o.a. cellofaan en zijdepapier en ook door middel van foto’s beeldt ze ruimte uit.